Goedaardige tumoren van de alvleesklier zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit. Behandeling is alleen nodig wanneer er klachten zijn of wanneer er kans bestaat dat er in de goedaardige tumor kanker zal ontstaan. Het soms erg lastig om uit te maken of een tumor goed of kwaadaardig is.
Hieronder ziet u een overzicht van goedaardige tumoren. Klik op de link voor meer informatie.
Cystadenoom
Een cyste is een goedaardige aandoening. Een cyste is een met vocht gevulde holte. Een cystadenoom van de alvleesklier is een goedaardig gezwel met de vorming van cysten. Meestal bestaat er reden om dit te verwijderen middels een operatie, met name omdat meestal niet kan worden uitgesloten dat het toch een kwaadaardig gezwel betreft. Een cystadenoom kan niet later alsnog kwaadaardig worden, en dat is dan ook geen reden voor verwijdering.
IPMT
IPMT staat voor Intraductale Papilaire Mucineuze Tumor. Intraductaal betekent dat de afwijking in de gangetjes van de alvleesklier is gelegen; papilair heeft te maken met de vorm van de afwijking (als een papel; bolletje op een steeltje); mucineus betekent slijmafscheidend. Het is een langzaam groeiende afwijking, die als het lang bestaat kan uitmonden in alvleesklierkanker. Dit is de reden dat een bewezen IPMT in de alvleesklier een reden is om te opereren.
Endocrine tumoren
Endocrine gezwellen, of ook wel tumoren genoemd, maken hormonen die in het bloed worden afgegeven. Die stoffen kunnen verschillen, afhankelijk van het soort tumor. Er wordt onderscheid gemaakt in insuline (meest voorkomend, geeft verlaging van de bloedsuiker spiegel), gastrine, glucagon, somatostatine en het zogenaamde vasoactive intestinale eiwit (VIP). De klachten van een patient met deze tumoren kunnen worden terug gevoerd op de werking van de hormonen die in het bloed worden afgegeven. Indien er sprake is van een endocrine tumor van de alvleesklier dient deze meestal te worden verwijderd om de symptomen te bestrijden.
Kwaadaardige tumoren alvleesklier
Kwaadaardig is een andere benaming voor kanker. Alvleesklierkanker wordt veelal laat ontdekt doordat het pas laat klachten geeft. De meeste tumoren gaan uit de kop van de alvleesklier en veroorzaken geelzucht. Minder voorkomend zijn tumoren die uitgaan van het lichaam of de staart. Deze tumoren geven pijn in de rug.
Hieronder ziet u een overzicht van kwaadaardige tumoren. Klik op de link voor meer informatie.
Adenocarcinoom
Een adenocarcinoom van de alvleesklier is de meest voorkomende vorm van alvleesklier kanker (90% van alle soorten alvleesklierkanker). Het gaat uit van woekerende cellen die de klieren en alvleeskliergangetjes bekleden. In de kop van de alvleesklier komt vaker een tumor voor dan in de rest van het orgaan. Dit type alvleesklierkanker heet pancreaskopcarcinoom. De tumor drukt de afvoergang van de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier dicht. Beide gangen komen door de kop van de alvleesklier uit in de twaalfvingerige darm.
De galweg zorgt ervoor dat de gal vanuit de lever en de galblaas wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. Zowel de galweg als de afvoergang van de alvleesklier komen bij elkaar uit in de papil van Vater, een kringspier naar de darm. Wanneer een tumor de afvoer van gal belemmert wordt de patient geel (door verminderde galafvloed) en wordt het functioneren van de alvleesklier verstoord.
Meestal wordt de kanker pas in een laat stadium ontdekt op het moment dat geelzucht ontstaat. Dit betekent dat bij veel patiënten de kanker niet kan worden weggenomen doordat er al doorgroei is in de omliggende weefsels of uitzaaiingen in andere organen zijn ontstaan. De prognose is dan beperkt. Een operatie met als doel genezing is bij slechts 15% van de patiënten mogelijk. Alvleesklierkanker is relatief zeldzaam. In Nederland komt het voor bij 10 tot 12 per 100.000 inwoners per jaar.
Cystadenocarcinoom
Een cyste is een goedaardige aandoening, maar een cystadenocarcinoom is kwaadaardig. Een cystadenocarcinoom dient dan ook te worden verwijderd middels een zogenaamde whipple operatie. Aangezien niet altijd kan worden uitgesloten dat een cystadenoom toch een kwaadaardig gezwel cystadenocarcinoom betreft, bestaat er vaak reden om ook een cystadenoom te verwijderen middels een operatie.
IPMT
IPMT staat voor intraductale papilaire mucineuze tumor. Intraductaal betekent dat de afwijking in de gangetjes van de alvleesklier is gelegen; papilair heeft te maken met de vorm van de afwijking (als een papel; bolletje op een steeltje); mucineus betekent slijmafscheidend. Het is een langzaam groeiende afwijking, die als het lang bestaat kan uitmonden in alvleesklier kanker. Dit is de reden dat een bewezen IPMT in de alvleesklier een reden is om te opereren.
Papilcarcinoom
Door de alvleesklier loopt een afvoerkanaaltje dat uitmondt in de papil van Vater. Deze papil is een kringspier en bevindt zich op de kop van de alvleesklier, in de wand van de twaalfvingerige darm. De galweg zorgt ervoor dat de gal vanuit de lever en de galblaas, via de papil van Vater, wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. Zowel de galweg als de afvoergang van de alvleesklier komen bij deze papil uit. Wanneer een tumor de afvoer van gal belemmert wordt de patient geel en wordt het functioneren van de alvleesklier verstoord.
Een papilcarcinoom is een vorm van alvleesklierkanker die iets minder aggresief is dan een adenocarcinoom. Bij papilcarcinoom wordt een duidelijk langere overleving gezien dan bij een adenocarcinoom.