Bel voor een afspraak:
088 75 569 01
call AFSPRAAK MAKEN?
BEL : 088 75 569 01

Bijnier

Iedereen heeft twee bijnieren en deze liggen op een vetlaag die op de nieren aanwezig is. De bijnieren wegen slechts 5 gram en zijn ongeveer zo groot als het laatste kootje van je duim. De bijnier bestaat uit twee delen, de schors en het merg. De bijnierschors produceert drie belangrijke hormonen aldosteron, cortisol en androgenen. Dit zijn allemaal steroïden. In het merg van de bijnier worden catecholamines (stress hormonen) geproduceerd, voorbeelden hiervan zijn adrenaline, noradrenaline en dopamine.

M. Cushing:
Bij Cushing is er sprake van een verhoogd gehalte van het bijnierschorshormoon cortisol in het bloed. Dit kan op verschillende manieren ontstaan, als het door een goed- of kwaadaardig adenoom in de bijnier geproduceerd wordt heet het ‘het syndroom van Cushing’. Het kenmerkt zich door een hele hoge cortisol waarde in het bloed, maar een laag ACTH. ACTH is het hormoon wat in de hersenen geproduceerd wordt en de bijnier aanstuurt om cortisol te gaan produceren.

M. Conn:
Bij de ziekte van Conn is er sprake van een verhoogde productie van het bijnierschorshormoon aldosteron. De ziekte van Conn wordt veroorzaakt door een goedaardig adenoom of door hyperplasie van de bijnier. Als er een adenoom gevonden wordt dan is een operatie geïndiceerd.

Feochromocytoom:
Feochromocytomen vormen een abnormale hoeveelheid hormonen, namelijk adrenaline en noradrenaline. De ziekteverschijnselen die bij een feochromocytoom horen zijn het gevolg van een verhoogde afgifte van deze hormonen aan de bloedbaan. De symptomen kunnen zeer divers zijn, maar bij de meeste patiënten staat een sterke verhoging van de bloeddruk op de voorgrond, naast hartkloppingen en nachtzweten. Feochromocytomen zijn zeldzaam. Zij komen zowel zonder erfelijke aanleg als in het kader van erfelijke ziekten voor. De meeste, d.w.z. ongeveer 90% van de feochromocytomen, ontstaan in de bijnieren. Feochromocytomen komen voor bij patienten met Multipele Endocriene Neoplasie (MENII), type a en type b en bij patiënten met het syndroom van Von Hippel-Lindau.