Om de diagnose maagkanker te stellen zal er met een kijkslang via een camera in de slokdarm en de maag gekeken worden. Dit onderzoek wordt een gastroscopie genoemd. Daarnaast worden andere onderzoeken gedaan om het stadium van de ziekte te bepalen.
Door op onderstaande onderwerpen te klikken, kunt u meer over deze onderzoeken lezen.
Gastroscopie
Bij een gastroscopie wordt een dunne, flexibele kijkslang via de mond in de slokdarm en de maag gebracht. Hierdoor kunnen de binnenkant van de slokdarm en de maag worden bekeken en kunnen slijmvliesafwijkingen of tumoren opgespoord worden. Ook kunnen hierbij ‘hapjes’ (biopsie) worden genomen. Deze hapjes kunnen onder de microscoop bekeken worden om vast te stellen of er sprake is van kanker. Een gastroscopie is niet pijnlijk en duurt meestal ongeveer 15 min. De patiënt kan vragen om een ‘roesje’, waardoor hij of zij het onderzoek minder meemaakt.
Endosonografie
Endosonografie, ook wel afgekort tot EUS, is een onderzoek waarbij een slang via de mond in de maag gebracht wordt. Daar worden geluidsgolven (echo) uitgezonden die met het menselijk oor niet te horen zijn. Weerkaatsing van de geluidsgolven zorgt ervoor dat de verschillende lagen van de maagwand in beeld gebracht worden. Hierdoor is het mogelijk om te zien hoe diep een tumor in de maagwand gegroeid is. De tumor zal aan de hand van deze diepte worden geclassificeerd.
CT-scan
Een CT-scan (computer tomografie) wordt gemaakt om te kijken of er uitzaaiingen in andere organen zijn, en om te kijken of de tumor doorgroeit in andere weefsels. Met röntgenstralen worden foto’s van dwarsdoorsneden van het lichaam gemaakt. Met dit onderzoek kunnen de plaats, de grootte en de uitgebreidheid van de maagtumor worden bepaald. Mogelijke uitzaaiingen naar lever en lymfeklieren van de darmen kunnen worden onderzocht.
Bij dit onderzoek ligt de patiënt op een tafel die langzaam door de opening van de CT-scanner beweegt. Het onderzoek is niet pijnlijk. Om goede foto’s te krijgen, is het wel vaak nodig om contrastvloeistof te gebruiken. Hiervoor wordt een slangetje in de arm gebracht (infuus), waardoorheen een beetje contrastvloeistof wordt ingespoten. Sommige mensen worden hier wat misselijk van.
MRI-scan
Een MRI-scan (magnetische resonantie imaging) kan als aanvulling op een CT-scan gemaakt worden. Het doel van een MRI-scan is om eventuele uitzaaiingen op te sporen. De binnenkant van het menselijk lichaam kan door een MRI-scanner in plakjes worden afgebeeld aan de hand van verschil in magnetische velden in het lichaam. Hierdoor zijn afwijkingen in organen en lymfeklieren in beeld te brengen. Net als bij een CT-scan ligt de patiënt op een tafel die langzaam in een buis (de MRI-scan) geschoven wordt. Dit onderzoek is niet pijnlijk, maar vereist wel dat de patiënt stil ligt. Als een patiënt metalen voorwerpen, zoals een pacemaker, in zijn lichaam heeft, is het vanwege de magnetische werking van de MRI-scanner te gevaarlijk om de scan te maken en zal een ander onderzoek uitgevoerd worden.
PET-scan
Sinds een revisie van de nationale richtlijn in juli 2016, wordt bij patiënten met een hoog risico maagtumor geadviseerd om een PET-scan te maken met als doel afstandsuitzaaiingen te detecteren. Worden afstandsuitzaaiingen gevonden, dan zou een zinloze grote maagoperatie bespaard kunnen worden. Voordeel van dit onderzoek is dat het gehele lichaam wordt afgebeeld. Er wordt gebruik gemaakt van een kleine hoeveelheid radio-actief suiker, dat via een infuus wordt toegediend. Kankercellen gebruiken veel suiker. Met de PET-scan zijn weefsels die veel suiker gebruiken op een beeldscherm zichtbaar. Na toediening van de suiker volgt een rusttijd van een uur, waarin de suiker zich door het lichaam kan verspreiden en zichtbaar gemaakt via de scan. De radioactieve suiker heeft geen bijwerkingen en is niet schadelijk. Het maken van de foto’s is niet pijnlijk. Voor dit onderzoek moet de patiënt nuchter zijn.
HIPEC
Patiënten bij wie tijdens de kijkoperatie uitzaaiingen op het buikvlies worden gedetecteerd, kunnen in studieverband een behandeling ondergaan met hypertherme intra-peritoneale chemotherapie en cytoreductie. Hierbij worden tijdens een operatie de tumor en alle zichtbare uitzaaiingen verwijderd en wordt de buik gespoeld met een verwarmd chemotherapeuticum. Voor andere typen kanker (bijvoorbeeld darmkanker) is aangetoond dat dit tot een overlevingswinst zou leiden. Voor patiënten met maagkanker wordt dit (wereldwijd) nog onderzocht.