Goedaardige tumoren slokdarm
Goedaardige tumoren van de slokdarm zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit. Behandeling is alleen nodig wanneer er klachten zijn of wanneer er kans bestaat dat er in de goedaardige tumor kanker zal ontstaan. Hieronder ziet u een overzicht van de verschillende goedaardige tumoren van de slokdarm.
Klik voor meer informatie op een van de onderstaande links.
Barrett slokdarm
Barrett slokdarm ontstaat in de meeste gevallen in het onderste gedeelte van de slokdarm. Oorzaak hiervan is jarenlang bestaand zuurbranden. Dit kan gepaard gaan met klachten, maar hoeft niet. Dit ontstaat doordat maag en darminhoud naar de slokdarm lekt en het slijmvlies irriteert. Hierdoor kan het slijmvlies van de slokdarm veranderen in zogenaamd Barrett slijmvlies. Dit slijmvlies lijkt dan meer op dat van de maag en is dus aangepast aan de voortdurende irritatie. Patiënten met Barrett-slijmvlies hebben een verhoogd risico op het ontstaan van kanker van de slokdarm. Patienten met klachten van zuurbranden krijgen veelal tabletten die het zuur in de maag remmen. Helaas beschermen die tabletten veelal niet tegen de effecten van de darminhoud.
Leiomyoom

Weefselcoupe van Leiomyoom onder microscoop
Leiomyomen zijn zeldzame goedaardige tumoren die uitgaan van het bindweefsel van de slokdarmwand. Veelal worden ze in een laat stadium, wanneer er een grote omvang is met obstructie, gevonden. Soms is er sprake van een toevalsbevinding bij een kijkslangonderzoek of CT scan voor andere klachten. Het is van belang om te differentiëren tussen de kwaadaardige variant (leiomyosarcoom). Dat kan het meest nauwkeurig met endoechografie. De behandeling bestaat uit een kijk-operatie via de borstkas met uitpellen van de tumor uit de spierwand (enucleatie). Wanneer er twijfel bestaat over de kans op leiomyosarcoom of GIST kan het beste een operatie worden verricht waarbij de slokdarm wordt verwijderd met reconstructie door een zogenaamde buismaag, waarbij van de maag een nieuwe slokdarm wordt gemaakt.
Kwaadaardige tumoren slokdarm
Kwaadaardig is een andere benaming voor kanker. Slokdarmkanker wordt veelal laat ontdekt doordat het pas laat klachten geeft. De meeste tumoren gaan uit van het slijmvlies binnen bekleding. Zeldzaam zijn tumoren die uitgaan van de spierwand. Het meest voorkomende type in Nederland zijn die tumoren die ontstaan op de overgang van slokdarm en maag door jarenlange irritatie van maag en darmsappen.
U kunt hier informatie vinden over de verschillende typen slokdarmkanker.
Adenocarcinoom
Adenocarcinomen ontstaan in de meeste gevallen in het onderste gedeelte van de slokdarm. Oorzaak hiervan is in veel gevallen (maar niet altijd!) het jarenlang bestaand zuurbranden in de slokdarm. Dit ontstaat doordat maag en darminhoud naar de slokdarm lekt en het slijmvlies irriteert. Hierdoor kan het slijmvlies van de slokdarm veranderen in zogenaamd Barrett slijmvlies. Dit slijmvlies lijkt dat meer op dat van de maag en dus aangepast aan de voortdurende irritatie. Patiënten met Barrett-slijmvlies hebben een verhoogd risico op het ontstaan van kanker van de slokdarm.
Plaveiselcelcarcinoom
Plaveiselcelcarcinomen ontstaan meestal in het bovenste deel van de slokdarm. Zij zijn vaak (maar niet altijd!) het gevolg van jarenlang roken, jarenlang overmatig alcoholgebruik of een combinatie van deze 2 factoren.
GIST
Gastrointestinale stromacel tumoren (GIST) zijn zeldzame tumoren die uitgaan van het bindweefsel van de slokdarmwand. Veelal worden ze in een laat stadium, wanneer er een grote omvang is met obstructie, gevonden. Soms is er sprake van een toevalsbevinding bij een kijkslangonderzoek (scopie) of CT-scan voor andere klachten. De agressiviteit bepaalt de kans op uitzaaiingen op afstand. De behandeling bestaat uit een operatie met verwijdering van de slokdarm en reconstructie door een zogenaamde buismaag, waarbij van de maag een nieuwe slokdarm wordt gemaakt. Er bestaat ook een zeer effectief medicijn (Glivec), dat kan worden gebruikt om uitzaaiingen te bestrijden of een tumor voor de operatie kleiner te maken (neoadjuvant therapie).