Iedere oncoloog kent Prof. Vogl uit Frankfurt. Niet zozeer door zijn publicaties, maar vooral door zijn aantrekkingskracht op patiënten die niet meer in aanmerking komen voor een curatieve behandeling. Zij kijken op internet en komen al snel op zijn goed verzorgde website over laser induced thermotherapy (LITT) of transarteriele-chemo-embolisatie (TACE). Hij is een prima interventieradioloog gespecialiseerd in oncologie en verbonden aan de Universiteit van Frankfurt. Hij laat in zijn artikelen zeer succesvolle resultaten zien van lokale percutane behandelingen. Aanvankelijk richtte hij zich vooral op lokale ablaties met de laser, maar sedert enkele jaren behoort ook de percutane tumorembolisatie tot zijn arsenaal. Niet alleen via zijn site, maar ook via vele chatblogs is hij onderwerp van gesprek onder patiënten die veel ‘wonderbaarlijke genezingen’ beschrijven. Marketing waar wij nog veel van kunnen leren.
Waarom dan naar Prof. Vogl en niet verder in ons eigen land? Prof. Vogl heeft een eigenschap die wij niet beheersen: hij zegt vrijwel nooit nee. De indicatiestelling is bijzonder ruim. Van in opzet curatief te behandelen patiënten tot preterminale patiënten. Allen heb ik in de loop van de jaren door hem behandeld zien worden. Bijvoorbeeld neoadjuvante lokale chemotherapie in de truncus coeliacus in plaats van systemische chemotherapie voor operabel maagcarcinoom of embolisatie van levermetastasen bij recidief maagcarcinoom en peritonitis carcinomatosa. Behandelingen zonder enig bewijs voor succes, dure behandelingen, zelfs aan preterminale patiënten die nog enkele weken hebben te leven. Het past niet bij de manier waarop wij in Nederland geneeskunde bedrijven, maar tegelijkertijd is er kennelijk heel veel belangstelling voor en behoefte aan. Mensen gaan steeds vaker strijdend ten onder in plaats van te zoeken naar een zo goed mogelijk inhoudelijke besteding van de tijd die nog rest. Naast Prof. Vogl zijn er nog veel meer alternatieve therapieën te vinden bij onze oosterburen die nog veel verder van de realiteit af staan, zoals vormen van immuuntherapie en thermotherapie. Deze behandelingen worden in schijnbaar officiële klinieken gegeven. Het valt op dat steeds meer patiënten hun weg via internet naar deze klinieken vinden. De behandelingen zijn altijd kostbaar en patiënten zijn bereid hiervoor ver te reizen en zelf te betalen.
Wat kunnen wij hiervan leren? Waarschijnlijk zijn wij in Nederland conservatiever bij het uitvoeren van nieuwe experimentele behandelingen dan in de landen om ons heen. Deels goed omdat we daarmee kosten en leed besparen, maar deels houden we daarmee de invoer van innovatieve technieken mogelijk te lang tegen. Hoe kunnen we dat verbeteren? Onze oncologische behandeling is nog te diffuus verdeeld over vrijwel alle ziekenhuizen in ons land. Het recent uitgekomen KWF-rapport pleit voor een verdere concentratie van oncologische zorg in een aantal expertisecentra. Deze centra kunnen door de focus op oncologiepatiënten in alle fasen veel beter informeren en begeleiden. Daarnaast kan door bundeling van basaal en klinisch onderzoek en nieuwe behandeling veel sneller worden geïmplementeerd. Deze oncologische centra zullen hierdoor veel meer voorop lopen en vertrouwen uitstralen naar patiënten die niet meer hoeven uit te wijken naar de buren.
Prof. R. van Hillegersberg, lid adviesraad ONI/HNI